Geregeld klinken zorgelijke geluiden over de toegang van het midden- en kleinbedrijf tot leningen. Familiebedrijven zeggen echter nauwelijks problemen te hebben met financiering, volgens een rapport van KPMG.

Het accountantskantoor doet ieder half jaar onderzoek onder 1400 familiebedrijven uit 25 Europese landen. Van de ondervraagde bedrijven heeft 85 procent geen moeite om de laatste zes maanden aan financiering te komen. Dat geldt zelfs voor kleine bedrijven. In die categorie had slechts een kwart moeite met het aantrekken van kapitaal. Het nemen van een lening of het uitgeven van aandelen blijven de populairste manieren om aan geld te komen.

In juni nog luidde de Autoriteit Consument en Markt (ACM) de noodklok over het gebrek aan concurrentie tussen banken op de MKB-markt. Daardoor zouden MKB-bedrijven naar verhouding veel geld kwijt zijn. De ACM pleitte ervoor de mogelijkheden voor het MKB om aan krediet te komen te verruimen.

Leve private equity

De familiebedrijven die KPMG sprak zien meer in een gelijkere behandeling door de belastingdienst van private equity ten opzichte van bankleningen. In veel Europese landen is het fiscaal ongunstiger om privévermogen aan te trekken. Dertig procent van de onderzochte bedrijven ziet graag dat de twee financieringsvormen door de fiscus gelijk worden behandeld.

Veel bedrijven willen bovendien een beter ondernemersklimaat, zoals flexibelere arbeidsmarkt (35 procent), lagere arbeidskosten (28 procent) en minder administratieve rompslomp (23 procent).

Over het algemeen zien de familiebedrijven in Europa de toekomst zonnig in. Zelfs twee jaar geleden, tijdens de crisis, waren veel familiebedrijven optimistisch gestemd. Bij dit onderzoek gaf 75 procent van de onderzochte bedrijven in de toekomst met vertrouwen tegemoet te zien. Bijna zestig procent van de bedrijven geeft aan dat de omzet is toegenomen.

Groeien in buitenland

Vooral het buitenland is een bron van groei voor deze bedrijven: twee derde is over de landsgrenzen actief. Familiebedrijven lijken steeds internationaler te worden. Maar vooral grote familiebedrijven zijn optimistisch en groeien meer; kleinere zijn voorzichtiger.

Familiebedrijven zien de toekomst dus niet als een kwestie van het hoofd boven water houden, maar van duurzaam groeien. Met 1,2 miljoen nieuwe bedrijven die jaarlijks het licht zien in de EU is het geen wonder dat een toename van concurrentie als grootste uitdaging wordt genoemd door familiebedrijven: 37 procent van de respondenten noemt dit als eerste.

Zorg numero 2 is de wedijver om talent: bedrijven ervaren moeite met het aantrekken van goed geschoold personeel. Als bedrijven er niet in slagen om talent aan te trekken, kan dit een negatief effect hebben op hun prestaties. Voor de eerste keer in twee jaar staat een afname van de winstgevendheid niet op plek 1 van uitdagingen, maar op plek 3.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl